Bijkomend aanbod

Pretherapie :

Nederlandstalige gedetineerden die (gedeeltelijk) toegeven een probleem te hebben met seksueel misbruik, kunnen hiertoe een aanvraag doen. De pretherapie verloopt schriftelijk. Maximaal om de veertien dagen wordt één les opgestuurd met daarbij een aantal taken. Wij vragen om deze opdrachten te maken en ons vervolgens terug te zenden. Het instrument dat bij pretherapie gehanteerd wordt is het Werkboek daderhulp : Therapie bij seksueel misbruik van KRIS VANHOECK & ELS VAN DAELE, uitgegeven bij Acco Leuven (1999).

Adviesvragen :

Dit betreffen onderzoeksopdrachten waaraan geen vraag tot behandeling is gekoppeld. Een verwijzer wil dan een schriftelijk verslag aangaande een concreet geformuleerde therapeutische vraagstelling. Dit kan zijn of de betrokkene (nog) gebaat is met therapie, hoe die therapie er dan moet uitzien en wat de noodzakelijke randvoorwaarden zijn om die therapie zo veilig mogelijk te laten verlopen. Op de vraag of een verdachte effectief de feiten heeft gepleegd, kan via een adviesonderzoek geen antwoord worden gegeven. Dit is een juridische en geen therapeutische vraagstelling.

Probleemverkennend aanbod :

Dit is een gespecialiseerd aanbod voor ontkenners. Ontkennen in een gerechtelijk of penitentiaire context is iets anders dan ontkennen in een therapeutische omgeving. Daarom willen we ontkenners een aanbod doen om met hen te onderzoeken of ontkenning in een dadertherapeutische context zin heeft. Aan de verwijzer wordt uitdrukkelijk gemeld dat dit aanbod geen gespecialiseerde dadertherapie inhoudt en er dus ook geen volledig engagement van I.T.E.R. is om therapeutische verantwoordelijkheid op te nemen. Er is immers (nog) geen gesprek over terugvalpreventie mogelijk. 

Systeemaanbod :

Mensen uit de directe omgeving van de cliënt kunnen met hun vragen en moeilijkheden die veroorzaakt werden door de beschuldigingen of het misbruik, terecht in het centrum. Aan hen doen we een hulpaanbod waarbij elke directe of indirecte schuldinductie uitdrukkelijk vermeden wordt. Soms is een aanbod juist wel aangewezen, omdat de partner actief of passief bij de feiten betrokken was. Bij minderjarigen en licht verstandelijk gehandicapten wordt steeds getracht om samen te werken met het gezin of de instelling.