De omvang van het probleem
Volgens parketstatistieken worden jaarlijks zo’n 45000 aangiftes gedaan van feiten die in de ruime categorie “familie & moraal” vallen. Daar zitten ook een heleboel zaken van de jeugdparketten bij. Twee onderverdelingen zijn interessant voor deze website : “aanranding en verkrachting” en “ontucht en seksuele uitbuiting”.
Hieronder de evolutie van het aantal aangiftes dat in deze twee categorieën valt van 2003 tot 2009 :
Algemeen wordt aangenomen dat dit echter maar het topje van de ijsberg is. Sensoa probeerde bijvoorbeeld om op een andere manier exactere cijfers te bekomen. Op hun website vind je twee fact sheets met feiten en cijfers (http://www.sensoa.be) over seksueel misbruik. Voor de cijfers van seksueel misbruik van kinderen en jongeren tot 18 jaar baseerde Sensoa zich op de meldingen bij de zes Vertrouwenscentra Kindermishandeling in Vlaanderen.
In Vlaanderen wordt 1 op 1000 kinderen ooit als slachtoffer van seksueel geweld gemeld wordt. Dit betekent een incidentie van 0,12 % van alle kinderen per jaar. Ook dit cijfer zal wellicht nog onderschat zijn. Via wetenschappelijk analyses komt men in verschillende landen op incidenties van 0,57 (Engeland) tot 2,2 (Verenigde Staten) per 1000 kinderen. In Nederland schat men het voorkomen van seksueel misbruik op 0,3 per 1000 kinderen per jaar (Handelen bij vermoeden van seksueel misbruik van kinderen en jeugdigen. Richtlijnen voor beroepsbeoefenaren. Commissie Seksueel Misbruik van Jeugdigen, 1994).
De evolutie van het aantal meldingen kindermishandeling en het percentage seksueel misbruik vertoont het laatste jaar een dalende trend. Daarmee volgt Vlaanderen een internationale trend. In de VS zag men een daling van 40% over een periode van 8 jaar (1991-2000).
De grootste daling is te merken bij biologische vaders in intacte gezinnen. Zij vertonen een lagere recidive, zijn het minst dwangmatig en reageren het best op behandeling. Dit bevestigt de idee dat potentiële daders worden afgeschrikt door de grotere publieke aandacht, grotere deskundigheid bij professionelen en een strikter vervolgingsbeleid (Finkelhor,D., Jones, L., Explanations for the Decline in Child Sexual Abuse Cases, Juvenile Justice Bulletin, jan 2004 (http://www.ncjrs.gov/ - PDF) [p. 6 van 15] )
In een groot onderzoek in Nederland door de Rutgers Nisso Groep in 2009 (link Bakker F, Graaf H de, Haas S de, Kedde H, Kruijer H, Wijsen C. Seksuele gezondheid in Nederland 2009. Utrecht: Rutgers Nisso Groep,2009.) geven eenderde van de vrouwen tussen 15 en 70 jaar aan ooit in hun leven seksueel geweld te hebben meegemaakt. Ook mannen zijn slachtoffer en een op de twintig geeft aan ooit seksueel geweld meegemaakt te hebben. Twaalf procent van de vrouwen en bijna drie procent van de mannen is ooit verkracht. Eén op de vijf vrouwen geeft aan voor het 16e jaar seksueel geweld te hebben meegemaakt en bij mannen is dat een op de 25. In vergelijking met het onderzoek Seksuele gezondheid in Nederland 2006 (Bakker & Vanwesenbeeck, 2006) is het percentage dat in de afgelopen 12 maanden slachtoffer is geworden van seksueel geweld hetzelfde gebleven.
Tot slot nog enkele cijfers uit de Verenigde Staten die voor Association for the Treatment of Sex Offenders een doorslaggevende reden waren om seksueel geweld als prioritair probleem van volksgezondheid en maatschappelijk welzijn uit te roepen (http://www.atsa.com) :
Uit de National Violence Against Women Survey leiden onderzoekers af dat 18% van alle volwassen vrouwen ooit in hun leven een verkrachting of poging tot verkrachting hebben meegemaakt (Tjaden & Thoennes, 1998). Van deze vrouwen onderging 22% al een verkrachting op een leeftijd jonger dan 12 jaar, en voor 32% was dat tussen 12 en 18 jaar. Uit cijfers die in de jeugdzorg verzameld werden, blijkt dat 300.000 kinderen in 1993 seksueel misbruik werden (Sedlak & Broadhurst, 1996). Vaak wordt vergeten dat familieleden van een slachtoffer ook getraumatiseerd kunnen geraken (Newberger, Gremy, Waternaux, & Newberger, 1993 ; Manion et al., 1996).