Wat zijn goede redenen om hulp te zoeken?
David Finkelhor publiceerde in 1984 zijn boek Child Sexual Abuse: New Theory and Research (New York: Free Press). Hij beschrijft er een zogenaamd taxatieschema in waarin vier factoren passen. Alleen als er voldaan is aan alle factoren kan er, volgens Finkelhor, sprake zijn van seksueel misbruik. Er is veel onderzoek gedaan over dit “vierfactorenmodel”. Er zijn kleine wijzigingen aangebracht, maar het model is grotendeels overeind gebleven. Er is zelfs gevonden dat het ook behulpzaam kan zijn om vele vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag in kaart te brengen en niet enkel kindermisbruik.
Wat zijn die vier factoren ?
- seksuele en/of emotionele motieven van de pleger ;
- gebrek aan of afwezigheid van interne controle bij de pleger, permanent of tijdelijk vlak voor en tijdens het delict ;
- de aanwezigheid van een situatie waarin het delict kan gepleegd worden ;
- grooming-strategieën (Wat is grooming?) om toegang tot het slachtoffer te krijgen. Daarnaast zijn maatschappelijke factoren en factoren in de sociale omgeving van invloed op een klimaat waarin seksueel misbruik aangemoedigd dan wel ontmoedigd wordt.
We kunnen hier deze factoren enkel kort voorstellen en er enkele voorbeelden bij geven. Het model is zeer algemeen en nodigt elke pleger uit om na te denken over de concrete invulling van de vier factoren in zijn leven. Van belang is vooral is dat de vier factoren op een of andere manier aanwezig moeten zijn om tot misbruik te kunnen komen.
1 - Seksuele en/of emotionele motieven van de pleger. Er moet een reden, een aantrekking, een aandrang bij de pleger zijn. Dat kan verschillende vormen aannemen. Enkele voorbeelden :
- een afwijkend seksuele voorkeur of opwinding (Wat is parafilie?)
- een ongebruikelijke behoefte aan machtsuitoefening en dominantie
- veralgemeende woede t.o.v. vrouwen
- wraakgevoelens ten opzichte van iemand of ten opzichte van de maatschappij
2 - Afwezigheid van of tijdelijk uitschakelen van interne belemmeringen. Er kan sprake zijn van een verstoorde of ontbrekende interne afremming van seksueel ongewenst of gewelddadig gedrag. Ook hier enkele voorbeelden:
- verstoorde of afwijkende gedachten, ook wel denkfouten of goedpraters genoemd (bv. kinderen zijn volwassenen in het klein, met net dezelfde verlangens en fantasieën)
- het gebruik van alcohol of drugs om de eigen zelfcontrole te verkleinen
- een gebrekkig communicatief vermogen
- stressvolle levensgebeurtenissen die trauma’s veroorzaakt hebben en een normale blik vertroebelen
3 - Overwinnen van externe belemmeringen waardoor een situatie gecreëerd wordt waarin misbruik mogelijk is : een zekere mate van afzondering met een slachtoffer en een inschatting hoe de pakkans kan verkleind worden.
- misbruik door daders die veel en gemakkelijk met het slachtoffer alleen kunnen zijn (bv. in het gezin) duurt het langst en is het meest frequent (incest of partnergeweld)
- uitkiezen van een situatie waarin een onbekend slachtoffer geïsoleerd is en niet direct beroep kan doen op hulp (bv. een afgelegen plek in een park)
- alleen zijn aan de computer en voldoende kennis hebben om filters en barrières te omzeilen
- door strategieën een slachtoffer losweken uit zijn sociale omgeving
4 - Via grooming (Wat is grooming?) zich toegang tot het slachtoffer verschaffen. Grooming is een algemeen woord voor manipulatiestrategieën. Enkele voorbeelden :
- een slachtoffer kiezen dat een reeds een beperkte weerbaarheid heeft : bv. door verwaarlozing, gebrek aan assertiviteit, een handicap, afhankelijkheid van instellingszorg, ...
- list, manipulatie, cadeautjes
- een verrassingseffect (bv. op een plaats waar het slachtoffer het niet verwacht en niet snel kan reageren)
- maar ook het gebruik van dwang en geweld
5 - Daarnaast geeft Finkelhor ook aan dat maatschappelijke factoren en omstandigheden in de sociale omgeving van pleger en slachtoffer van invloed zijn op een klimaat waarin seksueel misbruik aangemoedigd dan wel ontmoedigd wordt.
- in sommige subculturen wordt macht, dominantie en agressiviteit aangemoedigd
- mannelijke superioriteitsgedachten die een vrouwvijandig klimaat stimuleren
- incest kan een stilzwijgende praktijk zijn die doorheen een familiegeschiedenis blijft terugkomen
- reclamebeelden versterken en legitimeren soms het seksualiseren van kinderen
Vanuit preventiestandpunt moet een onderscheid gemaakt worden tussen het vijfde punt dat veeleer voor primaire preventiecampagnes van belang is en de vier factoren zelf die een richtlijn kunnen vormen bij secundaire preventie. Mensen die zich zorgen maken over hun seksueel functioneren, kunnen in de vier factoren aanknopingspunten vinden voor hun bezorgdheid. Deze overwegingen kunnen zo mee een rol spelen in een beslissing om al dan niet preventief hulp te gaan zoeken.