Wat is hyperseksualiteit ? Wat is seksverslaving ?

Bij parafilieën (Wat is parafilie?) is het seksueel verlangen gericht op een doel dat maatschappelijk niet aanvaard is.  Parafilieverwante of hyperseksuele aandoeningen zijn stoornissen in de sterkte van het verlangen.  Wetenschappers raken het maar niet eens over seksverslaving.  Er is zelfs discussie of er wel zoiets bestaat.  In de praktijk ervaren mensen wel problemen die ze seksverslaving noemen.  Er zijn verschillende zelfhulpgroepen waar mensen bij elkaar steun kunnen vinden om van seksverslaving van af te geraken (zie bijvoorbeeld www.sexaholicsanonymous.be). Wie professionele hulp zoekt, kan terecht bij een centrum geestelijke gezondheidszorg in de buurt of bij een gespecialiseerde privétherapeut. In de loop der tijden zijn vele benamingen voor het fenomeen gevonden :  hyperseksualiteit, seksuele compulsie, stoornis in het seksueel verlangen, nymfomanie (voor vrouwen), satyriasis (voor mannen) en ten slotte ook ... seksverslaving.  

In het handboek der psychische stoornissen, de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) versie 4 vind je seksverslaving niet terug.  Bij de WHO (World Health Organisation) staat hyperseksualiteit of seksverslaving wel vermeld, maar onder een andere naam “satyriasis”.  Een definitie van seksverslaving zou kunnen zijn :  mensen die lijden aan seksverslaving ervaren negatieve stress door een patroon van sterke wederkerende seksuele behoeftes, gedachten en gedragingen die interfereren met het dagelijkse leven, zijnde werk, sociale contacten en liefdesrelatie.  Vormen van seksverslaving :  pornoverslaving, urenlang erotisch chatten cyberseksverslaving), telefoonseks, dwangmatig masturberen, frequent prostitutiebezoek,  dwangmatig op zoek gaan naar anonieme seks.  

Is het dan eigenlijk wel een echte vorm van verslaving ?  Of is de kern van het probleem niet een gebrek aan controle ?  Deze kwestie is vaak de reden waarom wetenschappers het niet eens geraken.  Psychologen spreken sneller van een ‘compulsieve stoornis’, terwijl artsen en andrologen het eerder over ’seksverslaving’ zullen hebben.  Psychologen voeren aan dat er geen echte ontwenningsverschijnselen zijn.  Artsen focussen op de analogie met middelenverslaving, en met name de rol van neurotransmitters en endorfines op de hersenen.  Kenmerkend is in ieder geval een verlies van bewuste controle.  De drang naar seks kan niet meer verminderd of gestopt worden.  De verslaafde is continu, obsessief bezig met seks en krijgt geen vat op storende gedachten.  Dit heeft gevolgen op zijn persoonlijkheid, relaties en werk.  Zoals alle verslavingen kan seksverslaving dus een probleem op zich worden.  Maar het kan specifiek ook een bron van zorg worden, indien het gepaard gaat met een drang om almaar nieuwe en hevigere prikkels op te zoeken.  Daarom heeft het ook zijn plaats op deze preventiewebsite.

Print