Exhibitionisme
Zoals steeds bij de DSM-definitie van parafilie moeten er twee elementen aanwezig zijn : enerzijds aandrang, fantasieën of handelingen en anderzijds feitelijk strafbaar gedrag of persoonlijk lijden. De opstellers van de DSM-criteria gaan ervan uit dat relationele problemen de persoon benadelen en op zich een reden vormen om naar verlichting te streven, ook al is er geen subjectief klinisch lijden.
Ongeveer 30 % van de geregistreerde zedenfeiten gaat om exhibitionistisch gedrag. Het is daarmee een veelvoorkomend gedrag, wat niet wil zeggen dat dit telkens een uiting van een parafiele aandoening is. Daarvoor moet zorgvuldig worden nagegaan of alle criteria aanwezig zijn. De meeste exhibitionisten zijn mannen, zeker als het aanstootgevende strafbare karakter als criterium genomen wordt. De parafiele aandoening vindt bijna altijd haar oorsprong in de vroege adolescentie. Veelal neemt de ernst van de aandoening af na de leeftijd van 45 jaar, hoewel dit niet bij alle individuen het geval hoeft te zijn.
Exhibitionistische aandrang en exhibitionistische fantasieën kunnen zeer verschillende vormen aannemen. Het kan gaan om het louter willen tonen van de genitaliën of om publieke masturbatie. Bij deze laatste groep kan het verschil worden gemaakt tussen dwangmatige masturbeerders die bij hun activiteiten ook risico’s nemen om te worden gezien, en publieke masturbeerders voor wie het enkel en alleen om het schenniskarakter gaat.
Sommigen verkrijgen opwinding uit een shockreactie van het slachtoffer, anderen hopen op aandacht en toewending. De keuze van de slachtoffers kan heel gericht (bijvoorbeeld een specifieke leeftijdsgroep), maar kan ook eerder toevallig zijn (bijvoorbeeld passanten in een park). De keuze van de plaats kan stereotiep zijn (bijvoorbeeld park, schoolpoort, op de trein, in de auto), maar ook heel divers. Het probleem kan zich beperken tot het feitelijke gedrag, maar het gedrag kan ook vooral bedoeld zijn om masturbatiefantasieën voor thuis te voeden. Exhibitionisme kan een opstap zijn naar agressievere vormen van zedendelinquentie (slachtoffers aanspreken en tegenhouden), maar kan ook op een stereotiepe manier beperkt blijven tot één gedragsvorm.
Typische voorkeuren zijn jonge (soms zeer jonge) vrouwen die door de pleger als seksueel aantrekkelijk worden ervaren, maar ook oudere vrouwen die dan vaak tot de leeftijdsgroep van de moeder van de pleger te behoren. Er zijn ook exhibitionisten die zich enkel aan mannen tonen. Specifieke aandacht moet uitgaan naar exhibitionisten die zich enkel of voornamelijk naar minderjarigen richten.
De mate van gezien willen worden, kan erg verschillen. Bij sommige exhibitionisten is bijna eerder sprake van een voyeuristische tendens. Ze masturberen bijvoorbeeld terwijl ze halfverdekt achter een boom in het park staan, of terwijl ze in de auto naast hun slachtoffer in de file staan of tijdens het inhalen op de snelweg. Ze zijn er niet echt opuit om te worden gezien, maar worden soms onvoorzichtig bij stijgende opwinding. Ook parkingseks onder homoseksuelen kan aanleiding geven tot vergelijkbaar grensgedrag. Het gaat dan om seks tussen instemmende partners, maar die samen soms het risico nemen om door nietsvermoedende andere parkingbezoekers te worden gezien.
De vraag kan gesteld worden of het veelvuldig en ongevraagd naakt poseren voor de webcam (“cammen”) een moderne bijzondere vorm van exhibitionisme kan zijn. Meestal past dit gedrag echter in een veelheid aan seksuele activiteiten die via internet verlopen, en is het beter om te beoordelen of er van een cyberseksverslaving sprake kan zijn.