Wat is pedofilie ? Wat is hebefilie (of efebofilie) ?

Pedofilie en hebefilie zijn beide vormen van afwijkende seksuele voorkeuren (Seksuele voorkeur en seksueel verlangen).  In het Nederlands wordt ook de term efebofilie gebruikt.  Ze horen bij de parafilieën (Wat is parafilie?).  

Mannen met een pedofiele stoornis voelen zich seksueel aangetrokken tot kinderen die nog geen secundaire geslachtskenmerken vertonen (bv. geen schaam- en/of okselhaar, kleine penis, weinig of geen borstvorming) en die zich dus nog niet in de puberteit bevinden (prepubertaire kinderen).  Mannen met een hebefiele stoornis voelen zich seksueel aangetrokken tot kinderen met beginnende maar nog niet volgroeide pubertaire kenmerken (vroegpubertaire kinderen - weinig schaam- en/of borsthaar, lichtjes ontwikkelde penis, beginnende borstvorming).  De seksueel-erotische focus kan zich richten op kinderen van hetzelfde geslacht of op kinderen van het andere geslacht.  Sommige voelen zich aangetrokken tot zowel jongens als meisjes.  Sommige zijn alleen aangetrokken tot kinderen, terwijl anderen zich aangetrokken voelen tot zowel volwassenen als kinderen.  Pedofilie en hebefolie kunnen ook samengaan.

Beide seksuele voorkeuren uiten zich in seksuele impulsen en seksuele fantasieën die bij masturbatie een rol spelen.  Dit kan gepaard gaan met een zelfbeeld dat men ook “pedofiel is”, maar dat hoeft niet.  Voor sommigen blijft het bij impulsen en fantasieën.  Het is dus mogelijk dat deze parafilieën niet tot strafbaar gedrag leiden.  Toch moet men ervan uitgegaan dat bij deze impulsen en fantasieën ook het verlangen hoort om ze ooit in de werkelijkheid te kunnen beleven.  Een levenslange zelfcontrole is dan nodig om dit te kunnen voorkomen (Hanson & Morton-Bourgon, 2004, 2005 ; Blanchard e.a., 2006).

Uit onderzoek van Ray Blanchard blijkt dat sommige mannen die kinderen misbruikt hebben, geen goede kennis hebben van hun echte seksuele voorkeur of er niet eerlijk over zijn.  Pedofiele interesse hoeft niet aanwezig te zijn bij mannen die een kind misbruiken, maar hoe meer slachtoffers iemand gemaakt heeft, hoe groter de kans dat er wel een pedofiele stoornis is.  Ook al ontkent de pleger dat (Blanchard et al., 2001).  Er is onderzoek dat aantoont dat kinderporno een minstens even goede indicator van seksueel-erotische interesse in kinderen is als 'hands-on' zedendelicten (Seto et al., 2006).

Wie van zichzelf weet dat hij last heeft van (intense) gevoelens en verlangens ten opzichte van kinderen, wie zich wel eens masturbeert bij fantasieën over kinderen, en wie al de impuls gehad heeft om op internet naar erotische plaatjes van kinderen te zoeken, zou zich kunnen afvragen of hij (eventueel voor de rest van zijn leven) vrede wil nemen met deze gevoelens en verlangens.  Zelfcontrole is mogelijk, maar kan in tijden van stress en emotionele nood moeilijk tot zeer moeilijk worden.  

Preventieve hulp kan ertoe bijdragen om erger te voorkomen.  Het is een hele stap om bij jezelf of met behulp van vrienden of een vertrouwenspersoon tot het besef te komen dat het zo niet verder niet kan.  De last van seksuele gevoelens die ongewenst en ongepast zijn, wordt vaak onderschat.  En er is steeds het gevaar van escalatie.  Belastende seksuele pedofiele fantasieën en aandrang kunnen op zich een hele goede reden zijn om preventief hulp te zoeken.


Print