Seksuele intimidatie

Seksuele intimidatie is een vorm van ongewenst gedrag en varieert van een seksueel geladen werksfeer, pikante seksistische opmerkingen, indringende vragen over het privé-leven tot handtastelijkheden met een seksuele bedoeling ook onder seksuele intimidatie.  Voorbeelden zijn schunnige en bedreigende opmerkingen, in de billen knijpen, zogenaamd per ongeluk de borsten aanraken en iemand met je lichaam dreigend benaderen.  Ook seksistische opmerkingen horen hierbij.  

Seksuele intimidatie op het werk is het best bekend.  Maar het bestaat ook in de sport- of vriendenclub, op school, in de gezondheidszorg of de horeca.  De Nederlandse Arbeidsomstandighedenwet 1998 (art.1 lid 3 onder e) omschrijft seksuele intimidatie heel precies.  “Ongewenste seksuele toenadering, verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag van seksuele aard, waarbij tevens sprake is van één van de volgende punten : 

  1. onderwerping aan dergelijk gedrag wordt, expliciet of impliciet, gehanteerd als voorwaarde voor de tewerkstelling van een persoon ;
  2. onderwerping aan of afwijzing van dergelijk gedrag door een persoon, wordt gebruikt als basis voor beslissingen die het werk van deze persoon raken ; 
  3. dergelijk gedrag heeft als doel de werkprestaties van een persoon aan te tasten en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werk- omgeving te creëren ;  dan wel
  4. heeft als gevolg dat de werkprestaties van een persoon worden aangetast en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving ontstaat.

Uit Nederlands onderzoek is gebleken dat 78% van de vrouwelijke werknemers te maken heeft gehad met dubbelzinnige opmerkingen en 54% meldde handtastelijkheden.  In 56% van de gevallen is een collega de dader ; bij 26% maakt een leidinggevende zich schuldig aan seksuele intimidatie.  Het ziekteverzuim onder slachtoffers van seksuele intimidatie is hoger dan gemiddeld, namelijk 7%.  Verder blijkt dat intimidatie door chefs en collega’s een groter effect heeft op burn-out, verzuim en de wens om van baan te veranderen, dan intimidatie door klanten.

 Onderzoek naar de neiging tot seksuele intimidatie geeft een profiel van de dader als iemand met een grote behoefte aan seksuele en sociale dominantie, met een traditionele sekserol, die zichzelf als zeer mannelijk presenteert, en moeite heeft met het innemen van andermans perspectief.  Verder komt naar voren dat de typische dader een mannelijke collega is en dus niet een leidinggevende, vaak ouder is dan het slachtoffer, van dezelfde etniciteit en getrouwd.  Slachtoffers zijn niet snel geneigd melding te maken of klacht in te dienen.  Eerder zal geprobeerd worden het gedrag te negeren, de dader te vermijden of hem te confronteren.

Preventie van seksuele intimidatie is in eerste instantie een zaak van de werkgever of verantwoordelijke van de plaats waar het zich heeft voorgedaan.  Werkgevers zijn verplicht om een beleid te voeren ter preventie van seksuele intimidatie en pestgedrag.  Preventieve hulp aan daders is meestal niet nodig, tenzij voor een kleinere groep bij wie het gedrag frequent en hardnekkig is.  Bij een kleine groep kan er sprake zijn van seksuele stalking, indien het intimiderend gedrag naar een of enkele welbepaalde personen gericht is.  Bij zeer hardnekkig gedrag dat een persoon soms volledig in beslag neemt, kan er sprake zijn van een parafiele problematiek (zie scatologie). 

Hulp kan er dan toe bijdragen om erger te voorkomen.  Het is een hele stap om bij jezelf of met behulp van vrienden of een vertrouwenspersoon tot het besef te komen dat het zo niet verder niet kan.  Soms volstaat het om er een vertrouwenspersoon binnen de organisatie over te hebben gesproken.  Niemand, ook jijzelf niet heeft er belang bij dat het gedrag voortduurt.  Daarenboven is er steeds het gevaar van escalatie.