Beroepsgeheim, zwijgplicht en anonimiteit

Dit soort preventieve therapie maar ook de daderhulp zelf horen thuis in de gezondheids- en welzijnssector.  Dat wil zeggen dat ze door hulpverleners uitgevoerd wordt die gebonden zijn door hun beroepsgeheim.  Dit houdt in dat ze een zwijgplicht hebben voor alle “toevertrouwde geheimen”, en dus ook voor alle strafbare feiten die in het verleden liggen.  Een therapeut die zijn beroepsgeheim schendt is zelf strafbaar.  Dit is een belangrijk principe en hoeksteen van elke vertrouwelijke therapie.  Zonder beroepsgeheim is preventieve therapie die erop gericht is om misbruikfeiten in de toekomst te voorkomen, niet mogelijk.  

De mogelijkheid bestaat om anoniem contact op te nemen voor hulp.  Samen met de therapeut kan de hulpzoeker dan bespreken hoe belangrijk die anonimiteit is en of die ook na de evaluatie best volgehouden wordt.  De therapeut kan de hulpzoeker nooit dwingen om zijn anonimiteit op te geven.  Wie anoniem komt, kan geen deelname-attesten krijgen.  De therapie is dan immers anoniem.