Hulp

Op deze pagina’s vind je meer uitleg over hulpverlening.  We zullen steeds over “preventieve dadertherapie” spreken, dus therapie die erop gericht is om te voorkomen dat iemand een dader van zedenfeiten wordt of opnieuw wordt.  Bij deze preventieve therapie gaan we ervan uit dat iemand een hulpvraag stelt die zichzelf zorgen maakt, omdat hij last heeft van opdringerige seksuele fantasieën of van een moeilijk te controleren seksuele aandrang.  Daarom zullen we deze persoon hier “hulpzoeker” noemen.  Het gaat om volwassen mannen en vrouwen die bezorgd zijn dat ze dadergedrag zouden kunnen stellen of die lijdensdruk ervaren bij hun seksuele fantasieën (Zijn afwijkende fantasieën altijd een probleem?) of hun seksueel zelfbeeld.  Om het leesgemak niet te bemoeilijken zullen we van een hulpzoeker (een “hij” dus) spreken.

Hulp start met het contact opnemen en aanmelding bij een hulpverleningsinstantie.  Daarna volgt een evaluatie en probleemverkenning (Hoe gebeurt een probleemverkenning?) op basis waarvan een behandel- en begeleidingsplan (Hoe ziet een behandel- en begeleidingsplan eruit?) opgemaakt kan worden.  Hoe ziet een therapie er dan uit (Hoe werkt therapie?)?  En wat kan van een therapie verwacht worden?  Of met andere woorden, wanneer is een therapie succesvol (Wat zijn de kansen op succes bij preventieve daderhulp? En wanneer is een therapie succesvol?)?  En welke rol kunnen het beroepsgeheim, zwijgplicht en anonimiteit daarbij spelen ?  Veel mensen stellen zich ook vragen bij medicamenteuze behandeling en bij chemische castratie.  En ten slotte bespreken we nog de mogelijkheden van hulp voor familieleden (Kunnen familieleden van hulpzoekers ook ergens terecht?) en enkele vooroordelen over preventieve dadertherapie. 

Print