8 - Leiden seksueel deviante fantasieën altijd naar misbruik?

< Terug naar overzicht

Seksuele deviantie (afwijking) is een term die op heel verschillende manieren gebruikt wordt. Soms vallen er alle mogelijke vormen van seksueel gedrag onder die buiten de gebruikelijke sociale of statistische norm vallen. Een seksueel deviante fantasie is dan het ervaren van seksuele opwinding bij het fantaseren over afwijkende seksuele voorkeuren. Fantaseren moet hier in de hele brede betekenis van het woord begrepen worden. Het hoeft dus niet te gaan om “een innerlijk filmpje dat zich met duidelijke beelden in het hoofd afspeelt”. Dat kan, maar fantasieën kunnen ook seksuele herinneringen zijn (prettige en traumatische), verlangens zonder dat er beelden bij zijn, inleving op basis van pornomateriaal of van verhalen, inbeelding die vertrekt van reële situaties (een jongen op straat gezien, …), enzovoort …

Onderzoek toont aan dat deviante fantasieën en seksueel misbruik vaak samengaan, maar dat hoeft niet. Men heeft een onderscheid gevonden tussen misbruik dat voornamelijk vanuit een seksuele gedrevenheid gepleegd wordt en misbruik om andere motieven (bv. dominantie, woede, vernedering, minderwaardigheidsgevoelens...
Bij sommige plegers spelen seksueel deviante fantasieën dus maar een beperkte rol.

Anderzijds is het ook zo dat veel mensen met seksueel deviante fantasieën nooit misbruik plegen en er ook geen neiging toe hebben. Uit verschillende Amerikaanse onderzoekingen blijkt dat 15 à 20 % van de volwassen Amerikaanse bevolking als erotisch ideaal (een ingebeelde seksuele partner waarbij men de hoogste opwinding ervaart) een minderjarige heeft. Wil dit zeggen dat 15 à 20 % van de bevolking minderjarigen wil misbruiken? Gelukkig niet. Fantaseren is iets anders dan doen.
Vroeger ging men ervanuit dat het veranderen (of onderdrukken) van deviante fantasieën de belangrijkste methode was om misbruik te voorkomen. Nu weten we dat dit geen zin heeft, indien in therapie niet tegelijkertijd ook andere probleemdomeinen in het leven van de pleger worden aangepakt.

Het is echter wel zo dat wie reeds misbruik gepleegd heeft én seksueel deviante fantasieën heeft, zich verantwoordelijk moet leren voelen voor wat hij met zijn fantasieën doet. Het opkomen van een fantasie kan niet gecontroleerd worden, wel wat men ermee doet. Wie misbruik gepleegd heeft, zou zich ervan moeten weerhouden om zijn fantasieën zelf in deviante richting te stimuleren door actief beeldmateriaal op te zoeken en zich erbij te masturberen.

Araji S. & D. Finkelhor (1986). Abusers: a Review of the Research. In D. Finkelhor (ed) A Sourcebook on Child Sexual Abuse. Newbury Park, CA: Sage, 94-106.

Print